De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp
Om onnodige discussies te vermijden en de schaderegeling te versoepelen, kan gebruik worden gemaakt van de richtlijnen van de Letselschade Raad. Door middel van deze richtlijnen kunnen schadeposten op een eenduidige manier worden vastgesteld.
De Letselschade Raad is een bruggenbouwer waarbinnen organisaties werken die het belang van het letselschadeslachtoffer centraal stellen en inzetten op een goede samenwerking tussen alle betrokken partijen binnen het schaderegelingsproces. Het doel is om de afhandeling van letselschadezaken te verbeteren.
De organisaties die binnen de Letselschade Raad werken, zijn een vertegenwoordiging van de belangrijkste partijen binnen de letselschadebranche. Op die manier wordt er gezorgd voor voldoende draagvlak voor de inhoud van de richtlijnen.
De richtlijn Huishoudelijke Hulp is een in de praktijk veel gebruikte richtlijn. In de eerste periode na een ongeval komt er heel veel op een slachtoffer af. Hoe de huishoudelijke taken moeten worden ingevuld, is meestal niet het eerste waarop wordt gefocust. Indien een letselschadeslachtoffer de huishouding niet meer kan doen, wordt in eerste instantie vaak een beroep gedaan op familieleden, vrienden of buren. Op de frequentie van de hulp in de eerste periode is vaak geen peil te trekken. De hulp vindt vaak op verzoek plaats. Voor het vaststellen van een vergoeding voor de geboden hulp biedt de Richtlijn Huishoudelijke Hulp dan uitkomst.
In de richtlijn staan acht gefixeerde bedragen die gedurende de eerste drie maanden na het ongeval van toepassing kunnen zijn. De hoogte van het normbedrag hangt af van verschillende aspecten. Binnen de richtlijn is er een differentiatie gemaakt ten aanzien van de gezinssamenstelling. Het bedrag voor een alleenstaande is kleiner dan het bedrag voor een gezin met kinderen jonger dan 5 jaar. Dit is fair aangezien er in een gezin met (jonge) kinderen veel meer te doen valt. Daarnaast is het normbedrag afhankelijk van de vraag of het slachtoffer licht tot matig beperkt is in de huishouding of zwaar beperkt.
De differentiatie die in de richtlijn wordt toegepast, leidt in de praktijk regelmatig tot discussie tussen belangenbehartiger en verzekeraar. Welk normbedrag past men toe bij een alleenstaande moeder met een baby? Het normbedrag dat past bij een tweepersoonshuishouden of het normbedrag dat past bij een gezin met inwonende kinderen jonger dan 5 jaar? Het normbedrag bij een tweepersoonshuishouden is ongeveer de helft van het normbedrag dat geldt bij een gezin met inwonende kinderen jonger dan 5 jaar. De richtlijn is hier overigens helder over. Een eenoudergezin valt onder de categorie ‘gezin’.
Een andere discussie die veel wordt gevoerd is de vraag of een slachtoffer licht tot matig beperkt is of zwaar beperkt. De terminologie laat zich in ieder geval al niet meten. Waar het ene slachtoffer zichzelf licht beperkt acht bij een gebroken pols, acht het andere slachtoffer zich zwaar beperkt bij nek- en hoofdpijnklachten na een achteropaanrijding. Wanneer is iemand licht beperkt en wanneer is iemand zwaar beperkt? Van een aantal verzekeraars weet ik dat zij nooit – dit is beleid – het normbedrag uit de richtlijn honoreren dat past bij een zware beperking indien er sprake is van niet-objectiveerbare klachten. Indien een slachtoffer met nekklachten, hoofdpijnklachten, duizeligheid en misselijkheid de gehele dag op de bank ligt, zou er volgens die verzekeraar geen sprake kunnen zijn van een zware beperking ten aanzien van huishoudelijke taken. Dit op voorhand uitsluiten is natuurlijk niet acceptabel.
Natuurlijk snap ik ook de andere kant. Indien verzekeraars iedere keer geconfronteerd worden met een claim van 13 weken met het hoogste normbedrag, dan blijft deze discussie altijd spelen. De goeden moeten hier onder de kwaden lijden.
Wat mij betreft wordt de mate van beperktheid geschrapt in de richtlijn. Dit zal de schaderegeling goed doen en op dit vlak nog meer vereenvoudigen. De organisaties binnen de Letselschade Raad moeten dan in overleg de nieuwe normbedragen maar bepalen. In het geval dat een letselschadeslachtoffer niet uitkomt met het richtlijnbedrag kan de huishoudelijke hulp altijd nog concreet worden berekend. De richtlijn blijft immers een richtlijn.
beperkingen, hulpbehoefte, letselschade, letselschaderaad, letselschadeslachtoffer, normbedrag, richtlijn huishoudelijke hulp, schaderegeling